Alida Pott
Groningen 1888 – Groningen 1931
Alida Pott werd op 8 januari 1888 geboren in Groningen, waar haar ouders in de Brugstraat een hoedenwinkel hadden. Na haar middelbare schooltijd volgde ze van 1906 – 1916 cursussen aan de Academie Minerva en werd ze aan de Haagsche Tekenacademie opgeleid tot tekenlerares. Vanaf 1914 gaf ze in Groningen les aan de Kweekschool voor Onderwijzeressen. Vier jaar later werd ze als kunstenaar actief binnen De Ploeg. Niet alleen tekende en schilderde ze met de anderen op modelavonden of bij het Blauwbörgje, ze ontwierp ook het Ploegvignet, vervulde bestuurlijke taken en was een drijvende kracht achter het presentatiebeleid. Na haar huwelijk met George Martens in 1922 trad ze minder naar buiten. Ze was kostwinner, zorgde voor twee kinderen en had een zwakke gezondheid.
Alida Pott en De Ploeg
Stilistisch ging Alida Pott binnen De Ploeg haar eigen weg. Ze liet de moderne tendensen in haar werk toe, nog voordat anderen het expressionisme of constructivisme hadden ontdekt. Bij de start van de vereniging in 1918 had ze al een persoonlijke stijl die ze niet zou inruilen voor één van de richtingen waarmee de kunstkring bekend werd. Ze was geen schilderdier zoals de meeste Ploegschilders, ze waagde zich niet aan benzinerellen en schilderde niet op triplex. Met weinig middelen werkte ze vaak fijntjes en transparant in aquarel of krijt op papier en was niet geïnteresseerd in de vlotte schets. Haar penseelstreek was beheerst en geen uiting van emotie. Niet uit de losse pols maar weloverwogen trok ze de lijn, alsof ze gestalte gaf aan een innerlijk beeld. Alida Pott hield van contour en een sterke vorm. Haar gestileerde landschappen en portretten balanceren op de grens van figuratie en abstractie en tonen in het algemeen meer helderheid dan veel expressionistisch Ploegwerk. Verwantschap was er binnen De Ploeg wel met Jan Jordens. Beiden gingen niet mee in het ruige expressionisme van Wiegers, Altink en Dijkstra, noch met de constructivistische werkwijze van Alkema en Van der Zee. Ze hielden het midden tussen het emotionele van de expressionist en het rationele van de constructivist.
Verwantschappen
Alida Pott koos haar eigen inspiratiebronnen en dat waren er nogal wat. Toch was ze geen epigoon. Ze bereikte in haar werk het spiritueel verfijnde van decoratieve kunstrichtingen als Jugendstil en Japanse schilderkunst. Daarnaast koos ze elementen uit het brede scala van ismen maar verwerkte die persoonlijk. De hoekigheid in haar werk en het terugdringen van ruimte verraadt verwantschap met het kubistisch expressionisme van de Bergense School (Henry le Fauconnier en Else Berg), alsook met Jacoba van Heemskerck en de vroege Mondriaan. Haar collages tonen parallellen met de dadaïstische plakkunst van Kurt Schwitters.
Alida Pott en George Martens
In literatuur over De Ploeg wordt de naam van Alida Pott doorgaans in één adem genoemd met die van haar man. Volgens recensenten behoorde ze niet tot de toonaangevende Ploegleden en zelf heeft ze aan dit imago meegewerkt. Aan de weg timmeren lag namelijk niet in haar aard en bescheidenheid was ook een kenmerk van haar werk. Het was nooit indrukwekkend van formaat en shockeerde niet door verfbehandeling, tekentrant of brutale kleurencombinaties. Ze schilderde haar landschappen, portretten en stillevens meestal op vergankelijk papier en signeerde weinig. Door haar gezinssituatie en broze gezondheid exposeerde ze sporadisch en kreeg dus nauwelijks reacties. Nadat ze op 43 jarige leeftijd was overleden aan een longziekte werd haar oeuvre door George Martens wel bewaard maar niet getoond. Pas vijftig jaar na haar dood kreeg ze in 1981 in de Freylemaborg te Slochteren een overzichtstentoonstelling en waardeerden critici haar eigen stijl en oriëntatie op het modernisme. Later volgden presentaties in het Groninger Museum waar in 2003 een tentoonstelling en publicatie werden gewijd aan vijf minder bekende Ploegschilders onder wie Alida Pott. Dat haar reputatie binnen De Ploeg wel degelijk was gevestigd bleek vlak na haar overlijden op de ledenvergadering van vrijdag 8 januari 1932, toen Jordens Alida Pott herdacht als een belangrijk lid, die door ‘haar kunnen en door haar uitgesproken persoonlijkheid tot de beduidendste onder de Ploegleden’ had behoord.
Literatuur
Tekst: Annemarie Timmer.
Cees Hofsteenge, Thijs Martens, Caspar Wechgelaer, George Martens en Alida Pott. Leven en werken, Groningen 1993. Cees Hofsteenge, De Ploeg 1918-1941. De hoogtijdagen, Groningen 1993: Benjamin & Partners. Annemarie Timmer, ‘Als het nagloeien van een intens gevoel – De Kunst van Alida Pott’ in: A. Burema et al. (eds.), Ekke A. Kleima, George G. Martens, Henk Melgers, Alida J. Pott, Jannes de Vries - Bezield met meer of minder moderne geest, Groninger Museum, Groningen 2003, pp. 48-71. Sjoukje Posthuma, ‘Alida Pott’, in: De Ploeg 1 op 1. 15 auteurs over 15 schilders. Speciale uitgave van Afslag Noord bij de tentoonstelling ‘De Ploeg: variaties in kleur, verf en vorm’, zomer 1989, p. 9.